Afgelopen zomer ging onderstaande foto van snel smeltend zeeijs op Groenland de wereld over.
Deense wetenschappers waren overvallen door de warmte deze zomer en moesten hun geplande tocht afleggen op zeeijs met een stevige laag water. Op zich is smeltend zeeijs niet vreend. Het smeltseizoen is altijd van juni tot augustus en is een jaarlijks terugkerend fenomeen. In deze maanden komen de temperaturen boven de nul graden en begint het ijs te smelten. Niet alleen het ijs in de fjorden smelt, zoals op de iconische foto, maar ook het ijs van de gletsjers op Groenland. En in de winter groeit het ijs weer aan.
Onder die laag die met de seizoenen meegaat is een laag die meerjarig ijs (Perennial ice) wordt genoemd. Dat is het zeeijs dat lang blijft liggen en een dikte kan hebben tot 10 meter. Uit NASA onderzoek blijkt nu dat de dikte en omvang van die permanente zeeijskap nu in 2019 veel minder groot is als ruim 30 jaar geleden.
Het smelten van zeeijs heeft geen invloed op de hoogte van de zeespiegel, het drijft immers op het water en verplaatst net zoveel water als het zelf weegt. Toch is het voor het klimaat van belang. Minder ijs weerkaatst minder zonlicht, waardoor het meer opwarmt. Dat is één van de redenen waarom de opwarming in het noordpoolgebied groter is dan elders.
In 2007 verwachtte het IPCC dat er voor het eerst een ijsvrije Noordpool zou zijn in de zomer rond 2100. Meer recent onderzoek geeft aan dat er een gerede kans is dat de Noordpool al vóór het midden van deze eeuw ijsvrij wordt in het zomerminimum. Dit betekent dat er op de Noordpool dan geen dik, meerjarig ijs meer over is, maar dat al het nog aanwezige ijs resteert uit dezelfde winter.
In onderstaande NASA animatie zie je in een timelapse op welke manier het meerjarige ijs aan verandering onderhevig is.