Pingoruines en de reconstructie van het landschap

Een Pingo is een heuvel in het landschap van enkele meters tot tientallen meters hoog met een ijslens erin. Ze komen nu voor in Noord Alaska en Siberie en in Nederland vinden we resten van die Pingo’s uit de laatste ijstijd. En dan zien ze er uit als meertjes met opstaande rand. Dat zijn dus overblijfselen van een landschap waar Mammoeten rondliepen en de ondergrond diep bevroren was (Permafrost)

Uit de podcastserie Zo klonk Nederland van Vroege vogels: hoe weten we eigenlijk hoe het landschap er duizenden jaren geleden uitzag? Zogeheten pingo-ruïnes spelen daarbij een belangrijke rol. In de laatste ijstijd was de grond permanent bevroren. Op plekken waar het grondwater omhoog komt, ontstaan ijsheuvels, ook wel pingos genoemd. Toen het warmer werd smolten deze ijsheuvels en bleven diepe meren achter: pingo-ruïnes.

Een Pingoruine in Drenthe vlakbij Orvelte

Vervolgens vulden deze zich in duizenden jaren met zand, dode planten en stuifmeel. Op die manier ontstond een archief van het landschap. Stuifmeel is namelijk toe te schrijven aan een bepaalde plantensoort, en de laagjes kun je dateren.

Geoloog Wim Hoek doet onderzoek naar pingo-ruïnes, waaronder waarschijnlijk de diepste ter wereld. Hij vertelt over zijn onderzoek in de studio.

Artikel en audio: Vroege vogels  >>>>


Extra bronnen over Pingo’s en Permafrost:

Het Drentse landschap tijdens de laatste ijstijd : Hunebed nieuwscafe >>>>

Op de Geobronnen over Permafrost en Pingo’s in Nederland >>>

Geologische kaarten Nederland in het Pleistoceen & Holoceen >>>


Reacties zijn gesloten.