Een gebouw van acht verdiepingen in Bangladesh stortte op 23 april volledig in. In het gebouw was een winkelcentrum gevestigd en kledingfabriekjes waar volgens een fabrikant ook kleren voor C&A en Libra werden gemaakt. C&A ontkent dit. Ook het Britse Primark en de Spaanse merken Mango en Benetton waren gevestigd in het Rana Plaza.
Er zijn nu (begin mei) ruim 500 doden geteld en meer dan 1000 gewonden.
In het gebouw, het Rana Plaza, zaten veel kleine kledingfabriekjes, die bij elkaar ruim 3.000 mensen in dienst hadden. Hoeveel mensen er precies aanwezig waren toen het instortte, is niet bekend. Wel is intussen bekend dat het gebouw slecht gebouwd was, bovendien waren er door de eigenaar zonder veel aanpassingen een paar verdiepingen bovenop gezet.
Hieronder de eerste verslaggeving van de NOS
Om de prijzen laag te houden verspreiden de grote merken het productieproces over de hele wereld. Bepaalde delen van het productieproces worden elders uitbesteed (verschuiving) , of bepaalde onderdelen van de fabriek worden elders geplaatst (offshoring) of bepaalde onderdelen van de productie worden uitbesteed aan bedrijven elders in de wereld (outsourcing) . Onderdelen van het productieproces waar techniek of hooggeschoold personeel voor nodig is tref je meestal in Europa of ontwikkelde landen in ZO Azie. Maar de arbeidsintensieve onderdelen van het productieproces worden ondergebracht in landen waar de lonen heel erg laag liggen. Bhangladesh is één van die landen.
Hieronder een kaart waarop het hele productieproces van spijkerbroeken is te zien en je goed kunt zien op welke manier het productieproces is opgedeeld
Meer over het opdelen van de productieketen en de gevolgen daarvan kun je lezen in dit deel van “samengevat” (blz 10/11) >>>>