In de discussie naar klimaatsveranderingen speelt het verdwijnen van Permafrost een aanzienlijke rol, althans de grote hoeveelheden methaangas die vrijkomt bij het smelten van Permafrost.
Hebben we in Nederland Permafrost ? Nee ! Maar we hebben het ooit wel gehad……. In de laatste ijstijd (Saale, Weichsel) was het zo koud in Nederland dat de ondergrond permanent bevroren was. De talloze meertjes in het dekzand gebied (Gelderland, Overijssel en Drenthe) zijn daar bijvoorbeeld een bewijs van. Dit zijn allemaal overblijfselen van enorme ijslenzen (Pingo’s) in het Permafrost. Onder de grond ontstonden ijslenzen van (echt ijs) omdat ze grondwater aanzogen en groter werden en daarmee weg en omhoog duwden, waardoor heuvels in het landschap ontstonden. Het worden pingoruïnes genoemd omdat die ijslenzen aan het einde van een koude periode langzaam afsmelten en alles wat er bovenop lag gleed langs de zijkanten naar beneden.
Wat overbleef was een meertje met opstaande randen … soms 10, 20, 30 meter van diameter , maar soms ook veel groter. Het regenwater loopt niet direct weg omdat de ondergrond door de werking van de ijslens min of meer ondoorlaatbaar is geworden. De mensen uit de buurt kennen dit soort meertjes wel omdat je er in de winter al vrij snel op kan schaatsen.
Het Uddelermeer op de Veluwe is een mooi voorbeeld van een pingoruine . Het is één van de grootste en diepste meertje die we in Nederland kennen, van ongeveer 200 bij 300 meter. En het meertje ligt op zo’n 30 meter boven de zeespiegel.
Pingback: Pingoruines en de reconstructie van het landschap | De Geobronnen