Het Nederlandse landschap en dan vooral West Nederland heeft steeds meer te maken met verzilting. Dat betekent dat de bodem en het grondwater op bepaalde plekken steeds zouter worden. Er zijn twee processen [ontwikkelingen] die daarbij een belangrijke rol spelen
Zout kwelwater
Ik schreef al eerder hier op de Geobronnen [Zoute kwel bedreigt droogmakerijen>>> ] dat laag gelegen droogmakerijen steeds meer te maken hebben met zout kwelwater dat uit de diepe ondergrond komt en daarmee een gevaar is voor landbouw, natuur en ons drinkwater. Zo hebben boeren in bepaalde droogmakerijen hun gewas al moeten aanpassen aan het hogere zoutgehalte en hebben ze een deel van de Polder Groot Mijdrecht weer onder water gezet om te voorkomen dat er nog meer zoute kwel omhoog komt. [Geobronnen: Polder Groot Mijdrecht>> ] Langzaam ontstaat hier weer een veenmoeras.
Zout water via de rivieren
Maar nu komt het zoute water ook direct vanuit zee. Want het is steeds moeilijker om rivierwater zoet genoeg te houden voor (ook weer) drinkwater, natuurgebieden en landbouw. Vooral bij droogte komt zout water van zee te ver de zoete rivierdelta in. Rijkswaterstaat, waterschappen en drinkwaterbedrijven hebben er nu al hun handen vol aan. Dat in een delta als Nederland zout water binnenkomt is geen nieuws, en ook niet meteen een probleem. De rivieren zijn {deels) in een open verbinding met zee. Met het getij mee komt er zout water binnen. Water dat uit de rivieren richting zee stroomt, spoelt het meeste zoute water vervolgens weer weg. Maar meestal komt het zoute water niet veel verder dan zo’n 18 kilometer landinwaarts maar met de droogte van 2022 bijvoorbeeld kwam het tot 42 kilometer inwaarts.